New Deal Tyranny
Het kunstwerk
Deze spotprent kwam in 1936 uit in de Chicago Tribune als reactie op Roosevelt’s New Deal politiek. De gebruikte techniek is pen met inkt op papier. De prent is getekend door Carey Orr. Het formaat is onbekend, de precieze datum van uitgave ook. Op de prent zien we de democratische ezel als paard van Troje een fort binnenrijden. Op de ezel staat “New Deal Tyranny” oftewel “de Tirannie van de New Deal”. Het fort stelt het Amerikaanse volk voor, met als poort de grondwet. Orr wil doen voorkomen alsof de ezel (de New Deal), met zijn voor een arme arbeider zeer verleidelijke herverdeling van goederen, het Amerikaanse volk verleidt om de poort (de grondwet) te openen en hem binnen te laten. In het paard zitten Roosevelt’s trawanten, die Amerika naar God zouden willen helpen. Orr geloofde namelijk dat Roosevelt met zijn New Deal (een behoorlijk rigoureus staatsingrijpen in de economie) het communisme in wou voeren in de VS.
Naast deze politieke boodschap toont Orr zich een goed cartoonist door het plaatje simpelweg grappig te laten zijn. De ezel is nogal knullig opgebouwd en de democraten in die ezel worden afgeschilderd als kinderen op een slaapfeestje, die het maar niet lukt stil te blijven. Opvallend is wel dat Orr zelfs met die humor zijn politieke boodschap doorgeeft: de grappen zitten alleen aan democratische kant, het fort is hem ernst.
De kunstenaar
Carey Orr werd geboren in Ada, Ohio. Op jonge leeftijd verloor hij zijn moeder en werd daarna opgevoed door zijn grootvader die een farm bezat waar Orr als echte redneck natuurlijk hard meehielp. Op zijn dertiende hertrouwde zijn vader, een houthakker, en verhuisde Orr met hem naar Spokane, Washington. Daar kwam hij op de highschool, waar hij zeer goed bleek te zijn in honkbal. Door daar zijn professie van te maken verdiende hij genoeg geld om naar de Chicago Academy of Fine Arts te gaan. Nadat hij die afgerond had heeft hij voor de Chicago Examiner, de Nashville Tennessian en tenslotte (1917) voor de Chicago Tribune waar hij tot zijn pensioen gewerkt heeft.
Bij de Tribune heeft hij een grote invloed gehad. Zijn vernieuwende werk leidde in 1961 tot het winnen van de Pulitzer Prize voor Editorial Cartoons.
Orr was een man met sterke convicties. Hij had alles in zijn leven met keihard werken bereikt en vond dat dat zo hoorde. Twee van zijn speerpunten waren zijn (politieke) haat jegens F.D. Roosevelt en zijn afkeer van de New Deal.
Orr wordt gezien als één van de grootste cartoonisten van de afgelopen eeuw.
De opdrachtgever
Orr werkte toen hij de spotprent tekende voor de Chicago Tribune. De Tribune was een vrij conservatieve krant die ondanks dat het progressieve middel ‘spotprenten’ inzette om zijn mening te verkondigen. Hoewel Orr niet de plicht had bepaalde tekeningen te maken, zijn er toch enkele invloeden vanuit de Chicago Tribune aan te wijzen die er voor zorgden dat hij maakte wat hij maakte.
Carey Orr vormde samen met Vaughn Shoemaker en John McCutcheon de ‘Grote Drie’ cartoonisten van de krant. Omdat McCutcheon een vriend van Teddy Roosevelt was kon hij diens broer Franklin Delano Roosevelt niet aanvallen. McCutcheon was te verdeeld over de New Deal om deze frontaal aan te vallen en Shoemaker zat op een andere afdeling, dus Orr had de vrije hand en eigenlijk ook de plicht om over zijn twee favoriete onderwerpen veel te tekenen.
Ook heeft Orr er voor gezorgd dat eenmaal in de week bij de Chicago Tribune de Tiny Tribune verscheen: een vier pagina’s dik katern met daarin cartoons over belangrijke gebeurtenissen van de afgelopen week. Ook hierin kon Orr zijn politieke mening vrijelijk uiten.
De historische omstandigheden
In oktober 1929 kwam er met de beurskrach een eind aan de verkiezingsbelofte van president Herbert Hoover: “Een kip in de pan en twee auto’s in de garage.” Korte tijd later waren de VS en niet lang daarna de hele wereld gedompeld in wat Hoover “A crisis more serious than war” noemde, een crisis die later als één van de hoofdoorzaken van de Tweede Wereldoorlog aangewezen zou worden.
De crisis was veroorzaakt door een aantal factoren. Ten eerste was de inkomensverdeling ronduit slecht. Slechts 25% van de bevolking kon meedelen van de welvaart van de jaren ’20 de overige driekwart zat rond het minimumloon. In de landbouwsector waren door overproductie de prijzen zo laag dat boeren geld moesten lenen om machines te kunnen kopen. Toen de prijzen door de crisis nog verder daalden, moesten de boeren hun land en huizen verkopen. Zakenlui en politici hadden in de jaren ’20 een groot optimisme in de economie gekweekt, waardoor mensen veel gingen lenen om aandelen te kunnen kopen. Toen begin 1929 de autoafzet stokte, vermoedden veel aandeelhouders dat de economie toch niet zo solide was als men wel dacht, en trachtte men de aandelen te verkopen. Deze daalden daarom enorm in waarde. De banken die het krediet hadden verschaft voor iedereen die op afbetaling aandelen of andere zaken had gekocht, hadden aandelen als onderpand aanvaardt. Toen deze aandelen catastrofaal daalden, leden de banken zo veel verlies dat velen failliet gingen.
Franklin Delano Roosevelt was al op jonge leeftijd in de politiek terechtgekomen. Nadat hij onderminister van Marine en gedurende twee periodes van twee jaar gouverneur van New York was geweest, werd hij in de democratische conventie met net genoeg stemmen als presidentskandidaat aangewezen. Met zijn mediatalent en zijn bewezen doorzettingsvermogen – Roosevelt had polio doorstaan – probeerde hij de kiezers te overtuigen dat zijn ‘New Deal’ het beste medicijn tegen de crisis was. Ondanks het feit dat Hoover hem als demagoog en communist bestempelde wist hij het vertrouwen van de kiezer in de presidentsverkiezingen van 1932 te winnen.
Roosevelt’s New Deal behelsde een heel pakket aan hervormingen. Allereerst werden de banken aangepakt. Zij werden een week lang gesloten, en na die week waren de zwakke banken gesloten en was de geldvoorraad van de sterke banken aangevuld. Vervolgens werd de boeren subsidie beloofd als ze hun productie beperkt hielden, dit leidde tot hogere prijzen op de voedingsmarkt en dus tot meer koopkracht voor de boeren. Tenslotte probeerde Roosevelt met de National Industrial Recovery Act (NIRA) bedrijven uit te nodigen afspraken met de overheid te maken.
Omdat deze regeling vrijwillig was, deden veel bedrijven niet mee. Bovendien beschuldigden kleine bedrijven de grote ervan dat ze zichzelf in de afspraken bevoordeelden ten koste van de kleine bedrijven. De NIRA werd tenslotte in 1935 door het Hooggerechtshof strijdig met de grondwet verklaard, omdat hij de president te veel macht zou geven. Omdat de NIRA duidelijk mislukt was, ging Roosevelt over van een harmoniemodel, wat de NIRA was, naar een conflictmodel. De New Deal-wetten waren u dwingend voor de bedrijven. Dit stuitte op nogal wat verzet.
Vanuit conservatieve en republikeinse hoek werd hij beschuldigd van communisme. Zelf nu nog zijn er sites op internet die vol met drogredenen, citaten en cijfers proberen Roosevelt’s beleid onderuit te halen. Carey Orr hoorde bij de (meer gematigde, hij heeft Roosevelt nooit van communisme beschuldigd) tegenstanders van de New Deal. Dat is ook niet zo vreemd, want eigenlijk iedereen die tot de bovenste 25% van de inkomens behoorde, was er door de New Deal op achteruitgegaan.
Conclusie
Ook bij deze spotprent is de onderwerpskeuze opmerkelijk. Hoewel in spotprenten veel symboliek voorkomt, gaat dat vaak om heel eenvoudige symboliek. Carey Orr toont zich een meester in het uitdrukken van zijn mening in een tekening.
Orr heeft waarschijnlijk deze mythologische symboliek gebruikt om niemand voor het hoofd te stoten. Als hij een expliciete link gelegd had met het communisme, waren er protesten gekomen en had hij waarschijnlijk de democraten in de kaart gespeeld. Ook sluit het paard van Troje erg mooi aan bij de democratische ezel. Wat vreemd is, is dat de Ilias , die vanuit Grieks standpunt geschreven is, de Grieken als de ‘good guys’ voorstelt, terwijl Orr de democraten, die hij als de ‘bad guys’ beschouwt in het Griekse paard stopt. Wat dat betreft heeft hij misschien niet zo goed opgelet op school.
De spotprent intrigeert mij vooral omdat hij aan tegengesteld is aan mijn eigen politieke mening. Roosevelt is voor mij altijd een soort held geweest is, waarvan ik allereerst wist dat hij de Oorlog gewonnen had waarover ik vervolgens op school leerde dat hij de depressie van de jaren ’30 bezworen had.
Onderzoeken waar het conservatisme van Orr vandaan kwam heb ik daarom erg leuk gevonden. Deze spotprent heeft me dus vooral politiek geboeid. Artistiek gezien is hij minder bijzonder dan de communistische Pegasus.
Het mooie is dat in beide werken mythologische symboliek gebruikt wordt, en dat deze bij zowel de spotprent als het affiche uitgedrukt in de voor de eigen cultuur gebruikelijke stijl. De groteske Pegasus voor de Sovjet-Unie tegenover de met cartooneske humor getekende democratische ezel.